Katja van Vliet (1958) groeide op in Rotterdam. Zij is geboren in de Zwartewaalstraat
(de ‘Unileverflat’) in de Tarwewijk in Rotterdam Zuid, maar het grootste deel van
haar jeugd bracht zij door in Schiebroek, waar zij op 3-jarige leeftijd naar toe
verhuisde. Zij woonde daar tot haar 11de jaar in de Tjaskerlaan en tot haar 18de
op de Meidoornsingel. In 1976 vertrok zij naar Leiden voor een studie Pedagogiek
en vervolgens Psychologie.
Vanwege haar katholieke achtergrond bezocht zij (voormalige meisjes)scholen die de
namen droegen van vrouwelijke heiligen: de Bernadette kleuterschool aan de Vuurpijlstraat
en de Fatima lagere school aan de Larixlaan in Schiebroek en vervolgens het Maria
Virgo Lyceum, / Emmauscollege aan de Breitnerstraat. Op zondags ging ze (tot haar
16e) met haar ouders en broers naar de Pauluskerk aan de Larixlaan naast de Gerardus
Majella school waar haar 3 broers op zaten en later ook naar de eerste beatmissen
in het Steiger.
Haar vader Ad van Vliet (1926-2008) was de oudste uit een groot gezin met 8 kinderen
uit Brabant (Waalwijk) en hij was voorbestemd om priester te worden, maar door de
oorlog liep het anders en ging hij Geneeskunde studeren in Leiden. Hij kwam in Rotterdam
terecht voor zijn opleiding als neuroloog in het Zuiderziekenhuis. Vervolgens kreeg
hij een aanstelling als neuroloog in het Dijkzigt Ziekenhuis en was daar tot aan
zijn pensionering hoofd van de polikliniek Neurologie.
Haar moeder Kitty Teuben (1926-2003) zat op de HBS en wilde illustratrice van kinderboeken
worden, maar door familieomstandigheden moest ze van school af en volgde ze een opleiding
tot analiste in Leiden, een beroep dat ze tot aan haar huwelijk uitoefende. Ze kon
goed zingen en zat in een koor dat werd geleid door haar toekomstige echtgenoot.
Zij trouwden uiteindelijk in 1957 na een verloving van bijna 4 jaar en verhuisden
naar Rotterdam. Negen maanden later werd hun oudste dochter Katja geboren, gevolgd
door haar drie broers Arjen (1959), Giljam (1962) en Mynko (1964). De zorg en de
opvoeding kwam helemaal op haar moeder neer. Haar vader maakte lange dagen in het
ziekenhuis. In zijn vrije tijd wijdde hij zich aan de wetenschap en zijn hobbies,
waaronder de stamboom van zijn voorouders.
Rob Andeweg (1959) groeide op in Rotterdam. Geboren in de Schalkburgerstraat in de
Afrikaanderwijk verhuisde hij op 1-jarige leeftijd naar de 1e Balsemienstraat 26
in de wijk Bloemhof. Daar woonde hij tot hij in 1978 vertrok naar Amsterdam om een
studie Politicologie aan de Vrije Universiteit te gaan volgen. De namen van de scholen
die hij tussentijds volgde zijn kenmerkend voor de vaderlandse geschiedenis en van
zijn gereformeerde achtergrond: van de koningin Wilhelmina kleuterschool (Blazoenstraat)
via de Paul Kruger lagere school (Putsebocht) naar de Johannes Calvijn Scholengemeenschap
aan de Mare (Vreewijk).
Hij groeide op in een samenleving die nog strikt langs de lijnen van de toenmalige
zuilen georganiseerd was: zijn leven werd gedomineerd door de sociale verbanden van
de Gereformeerde Kerk van Rotterdam Zuid-Katendrecht. De zondagse kerkdiensten in
de Putsepleinkerk; de christelijke jeugdverenigingen in gebouw t’Slag en de zaterdagse
voetbalwedstrijden bij Zwart-Wit ’28 op sportpark De Vaan vormden zowel vertrouwde
als naar sterk binnen gerichte activiteiten van een kerkgemeenschap in een snel veranderende
buurt en samenleving.
Zijn eerste Surinaamse klasgenoot op de lagere school, stevig zijn vader’s hand beethoudend
getuige van het volksoproer in de Slaghekstraat, waarbij de pensions van Turkse gastarbeiders
werden leeggehaald; de geleidelijke terugloop van het kerkbezoek; verhitte discussie
over kernwapens.
Zijn vader was timmerman en later glaszetter. Hard werkend om zijn kinderen dat te
geven wat hij zelf nooit had kunnen doen: een goede opleiding volgen. Zelf moest
hij al jong gaan werken om bij te dragen in het onderhoud van een gezin van 10 kinderen,
dat in 1940 hun moeder verloor. Zijn moeder had de zorg voor hem en zijn broer Hans
(1956) en zijn zussen Els (1958) en Marijke (1962). Ze was kleuterjuf van beroep
en oefende dat beroep in later jaren als invalkracht bij diverse kleuterscholen uit.